“Zo’n straathond doe je echt geen plezier met een leven in huis…”
Inderdaad, niet alle honden zijn na een leven op straat en slechte ervaringen met die tweebenige diersoort die zichzelf zo geweldig vindt nog geschikt om in huis en met mensen te leven. Dat ligt vooral aan wat wij mensen hen hebben aangedaan. Is dat een reden om alle thuisloze honden per definitie een kans op een nieuw bestaan te misgunnen?
Toegegeven, ik heb dit zelf ook jarenlang geroepen, vooral toen ik bij dierwelzijnsorganisaties werkte. En daarom durf ik nu openlijk van mening te veranderen. Buiten lopen genoeg importhonden en zelf heb ik inmiddels heel veel honden uit het buitenland, en dan met name uit Rusland, hier zien komen. Soms blij maar vaak ook verstijfd van stress na een tocht van Moskou naar Schiphol. Soms angstig door alle indrukken in een drukke stad. Soms grommerig en wegduikend bij toenadering. Soms doodmoe. Soms op zichzelf, teruggetrokken, het liefst verscholen in een bench. Soms heel braaf en aaibaar, maar met een hartverscheurende leegte in hun ogen, alsof het allemaal niets meer uitmaakt.
Natuurlijk gaat niet elke start vlekkeloos, en natuurlijk gaat de hond door een leerproces. De specialisten zullen het habituatie of herconditionering of iets anders noemen. Als leek zie ik vooral dat deze honden in korte tijd totaal veranderen. Ieder leerproces ten spijt kan een hond ook angstig blijven. Ervoor kiezen om afstand te houden van mensen. Veiligheid zoeken in vluchten of snauwen, maar het tegendeel is waar. Het is juist alsof onder het verstarde of schuwe schilletje de echte hond niet kan wachten om onze beste vriend te worden. Een handreiking, een kans, en voila. TLC (Tender Loving Care) is het toverwoord.
Vaak al in minder dan een week tonen deze honden hun ware karakter: gehecht, aanhankelijk, lief, leergierig, vrolijk en speels. Zin om leuke dingen te doen en van het leven te genieten. Liever spelen dan schuilen, liever knuffelen dan knorrig zijn, liever hechten dan vechten. Genietend van hun nieuwe leven lijken ze de eerst week – zo ontroerend – bijna verbaasd: “Laat je me niet achter? Mag ik weer mee naar binnen? Krijg ik dan alweer lekker eten? En mag ik dan echt bij jou blijven liggen zonder weggeschopt te worden?” Hun echte hond-wezen komt naar buiten: gelukkig zijn met rust, reinheid en regelmaat, opgelucht dat een baas het leven regelt, blij met leuke wandelingen, heerlijk eten, ongecompliceerd spelen en steeds dieper kunnen ontspannen in de veiligheid van de comfortabelste plekjes in huis.

Realiseren wij ons wel genoeg welke wonderbaarlijke bewonderenswaardige keuze deze honden maken? En dan ook nog eens razendsnel? Dat zelfs onder de schil van een schuwheid, onder de korst van slechte ervaringen met slechte mensen, na gebrekkige socialisatie en opvoeding, toch nog deze geweldige liefhebbende, trouwe, aanhankelijke gezellige hond naar buiten wil komen, slechts in ruil voor een kans en wat liefde? Het vermogen van een hond om de beste vriend van de mens te zijn zit zo overduidelijk in hun DNA. Als je die keuze en die verandering hebt gezien bij een geadopteerde zwerfhond, dan weet je weer hoe bijzonder de hond als diersoort is. Bij iedere buitenlandse hond die het hier even moeilijk heeft, zeggen dieren”liefhebbers” vanuit hun ivoren ideeentoren likkebaardend: Zie je wel, je moet ze daar laten. Zijn de zogenaamde beschermers ooit “daar” geweest? Hebben ze dit wonder wel eens werkelijk waargenomen? Dierenbeschermers, kijk alsjeblieft eens met open ogen. Stop met one-liners en zie hoe duizenden afgedankte, thuisloze verschoppelingen hun bestemming terugvinden door geliefde huishond te worden.
Gun hondenliefhebbers dit wonder, en vooral: gun het juist deze honden!